Google is op 4 september als bedrijf officieel 25 jaar oud, maar de zoekmachine was er bijna niet gekomen.

Een korte geschiedenis van de begin jaren van de zoekmachinegigant.

Stanford als bakermat van Google

Op 4 september 1998 wordt na twee jaar intensief onderzoek op Stanford University Google Inc. als bedrijf opgericht door Larry Page en maatje Sergey Brin, beiden dan 25 jaar oud.

Brin en Page werken vanuit kamer 380 van het (Bill) Gates-gebouw op Stanford – dat met 6 miljoen dollar gesubsidieerd wordt om talenten te paaien voor Microsoft. Achteraf gezien is dat ironisch, want Microsoft zou de grootste tegenstander van Google worden, oordeelden Page en Brin later zelf.

In 1997 heeft Brin google.com al wel vastgelegd als domein. Page oppert Googol.com om de nog schier oneindige groei van zijn databestand van gelinkte webpagina’s te benoemen; Googol is de wiskundige term voor de numerieke eenheid van 1 gevolgd door 100 nullen. Een kamergenoot op Stanford maakt er ‘Google’ van, een betere klank dan Googol. Een merk is geboren.

Als Brin en Page de collegebanken vaarwel zeggen, vol vuur over hun voornemen om heel internet te indexeren en doorzoekbaar te maken, blijven ze in contact met hun leermeesters: hoogleraren en onderzoekers staan hen bij, zonder zich druk te maken of ze in het succes zullen delen.

Zelfs het patent (US Patent 6285999) van de centrale technologie van Google, de ‘PageRank’ komt in handen van Stanford, want daar heeft Larry Page gedurende zijn studie zijn uitvinding gedaan.

Google moet het alleenrecht voor het gebruik tot 2011 afkopen van Stanford, betaald met aandelen in het bedrijf. In 2001 wordt het patentrecht definitief toegekend, als Google al enkele jaren bestaat.

Joodse afkomst

In 1979 zien de Joodse ouders van Sergey Mikhailovich Brin zich gedwongen hun woonplaats Moskou te verlaten, daar de loopbaan van vader Michael als sterrenkundige wordt gedwarsboomd door de Sovjet-boycot van Joden voor wetenschappelijke sleutelposities. Moeder Eugenia wil niet weg, maar doet het voor haar zoon.

Bij Page speelt de Joodse afkomst (moeder Gloria, softwaredocent aan de Michigan State University) een minder prominente rol. Zijn vader, dr. Carl Victor Page, was een van de eerste computerwetenschappers aan dezelfde universiteit.

Beide jongens doorlopen een Montessori-basisschool. Page haalt op de universiteit van zijn vader een graad in computerwetenschap. Hij valt op door een printer van lego te bouwen en wordt voorzitter van een natuurkundige studentenclub. Op Stanford University mag hij zijn Ph.D. halen.

Brin rondt aan de University of Maryland met lof studies wiskunde en computerwetenschap af. Ook hij mag met een beurs naar Stanford om zijn Ph.D. in computerwetenschap te halen. Hij doet ook even een MBA, een zakenopleiding op universitair niveau. Die komt later onverwacht goed van pas bij Google.

In 1995 ontmoeten ze elkaar wanneer Page op Stanford een groep nieuwe studenten rondleidt, onder wie de schrandere Sergey Brin. Volgens ‘de overlevering’ raken beide jongens direct in een heftig debat verwikkeld over dataonderzoek met computers.

Het lumineuze idee voor Google

Google begint in 1996 onder de naam ‘BackRub’, als onderzoeksproject van Larry Page: hoe kun je informatie in een databank op relevantie sorteren en er gewicht aan toekennen? Hij wil erop promoveren. Brin brengt zijn opgedane kennis over datagebruik (‘data mining’) in om het zoeken in enorm groeiende hoeveelheden webinformatie richting te geven.

Tot dan toe werken zoekmachines op twee manieren: ze tellen het voorkomen van woorden in de tekst en maken gebruik van trefwoorden die makers van webpagina’s zelf kunnen opgeven. Vooral dat laatste is een zwakte, want al spoedig ontdekken webpaginamakers dat ze met de inbreng van populaire trefwoorden, zoals uiteraard ‘seks’, meer bezoek trekken.

Deze vroege zoekdiensten, met AltaVista als bekendste en in Nederland Ilse, worden echter ook ‘slimmer’ en weten webpagina's met ‘valse’ trefwoorden meer en meer uit te sluiten. Maar een relevante rangschikking van pagina’s blijft een groot probleem.

Page ontwikkelt het idee dat, net als in de wetenschap, verwijzingen door derden bepalend moeten zijn voor het belang van een webpagina. En ook die verwijzende ‘derden’ krijgen weer een gewicht toegekend op grond van de andere pagina’s die naar hen verwijzen. Je kunt in de ontstane rangorde het belang van websites uitdrukken in een cijfer van 0 tot 10. Hoe hoger het cijfer, des te hoger komt een document in de resultaten als je in een databank zoekt.

Dat mondt uit in de term ‘PageRank’, die zowel de methode als de naam van de bedenker verwoordt. Zo staat jarenlang Elsevier Science als hoogste Nederlandse site in de index van Google vanwege de vele verwijzingen in de wetenschap door websites die op hun beurt ook een hoog cijfer hebben. Anno 2023 zijn aan de PageRank duizenden factoren toegevoegd

De Google Guys voorzien de exponentiële groei van het world wide web. Al vroeg, zonder dat het woord wellicht bij hen opkomt, hebben ze door dat je ‘de macht’ in informatieontginning kan grijpen, als je het tempo van de indexering van webpagina’s en andere uitingen op internet kan bijbenen. De kern wordt gevormd door technologie, niet door de informatie zelf.

Eerst doen ze hun methode keurig wetenschappelijk uit de doeken in het artikel ‘The Anatomy of a Large-Scale Hypertextual Web Search Engine’. Opzien baren ze niet echt, ofschoon Brin in 1998 mag komen spreken op een congres over databanken – in een zijzaaltje, dat wel.

Voortdurend geldgebrek in vroege jaren van Google

Zo goed als het wetenschappelijk lukt, zo moeizaam is het om zakelijk enthousiasme te kweken. Juist in de jaren 1997‑1998 verliezen de zoekdiensten van het web, zoals het dan dominante AltaVista, zoetjesaan hun betekenis. Investeerders beginnen hun geld in te zetten op bundeling van diensten in ‘portals’, inclusief webmail en met een zoekdienst als bijzaak; voorbeelden zijn Yahoo in de VS en World Online in Nederland.

De mallemolen van de internethype begint sneller en sneller te draaien, aangejaagd door de wind van de hebzucht die aanzwelt tot een storm: eten of gegeten worden, dat is het leidende principe. Vele technici ‘cashen’ met hun jonge bedrijfjes, of gaan ten onder. De jonge Brin en Page slagen er niet in om deze catch-as-catch-can te negeren.

Vurig verlangend om voort te kunnen bouwen, maar zonder geld, bieden ze hun technologie in 1999 aan bij portal Excite, op papier een miljardenbedrijf, en met een gebrekkige zoekfunctie. Google zou er goed in passen en vraagt 1,6 miljoen dollar. Maar Excite wil 750.000 dollar betalen en dat vindt het duo te weinig.

Een jaar eerder, in 1998, ziet ook Yahoo weinig heil in een overname van Google en dat is geen geldkwestie. Yahoo breidt wel met overnames voor 10 miljard dollar zijn portal in een paar jaar uit, maar laat Google lopen.

Het gaat internetbedrijven en hun geldschieters in deze periode om het vasthouden van bezoekers op websites, want die brengen reclamegeld op en worden weldra allemaal e-commerce-kopers: van de ‘eyeballs’ rechtstreeks naar de creditcard, kom maar binnen.

En een zoekdienst? Die stuurt de mensen toch maar weg, niets mee te verdienen. Yahoo en Excite zijn grootmachten, Google volkomen machteloos.

Excite verdween, Yahoo is nu verslagen.

Verlossende cheque voor Google

Op opsteker voor Page en Brin is dat ze in 1998 mogen ze praten met Andy Bechtelsheim, een bekende computerondernemer in Silicon Valley. De mond-tot-mondreclame die het duo is vooruitgesneld en de tomeloze energie, begeestering en toekomstvisie die ze uitstralen, overtuigen Bechtelsheim.

Dat ze als duo zo perfect op elkaar zijn ingespeeld, geeft wellicht de doorslag. Of misschien gewoon dat ze over de technologie beschikken om het hele web te indexeren, als er maar geld komt voor harde schijven om al die data te kunnen opslaan.

Het zijn verklaringen achteraf voor een klein wonder. Bechtelsheim en zijn vriend en Stanford-hoogleraar David Cheriton schrijven cheques van 100.000 dollar uit in augustus 1998, op naam van Google Inc. Dat bestaat pas enkele weken later. De cheque gaat even een la in in hun met computers volgestouwde werkkamer op Stanford. Na deze ochtendsessie belonen de jongens zich met een Burger King-maaltijd.

Als Google eenmaal als dienst beschikbaar komt, toont in 1999 investeringsmaatschappij Kleiner Perkins wel interesse.

Google wordt in de jaren daarna een groot succes, ofschoon de beursgang in 2004 zoveel wantrouwen wekt dat de introductieprijs ver naar beneden wordt bijgesteld, op 85 dollar. Dat levert Google alsnog een beurswaarde van 23 miljard dollar op.

Anno 2023 mag moederbedrijf Alphabet rekenen op een beurswaarde van ruim 1.700 miljard dollar.

In het radioprogramma Met het Oog op Morgen was er op zondag 3 september aandacht voor het 25-jarige bestaan van Google: je kunt dat hier terug beluisteren, na 48:30 minuten.

LEES OOK: De baas van Google is optimistisch over de lancering van een reeks nieuwe AI-producten, zo blijkt uit een gelekte e-mail